De kenmerken van normale ovenomstandigheden zijn als volgt:
1. De elektrode wordt diep en stevig in de lading gestoken. Op dit moment is de smeltkroes groter, het materiaaloppervlak heeft een goede luchtdoorlaatbaarheid, de materiaallaag is zacht, het ovengas wordt gelijkmatig uit de ovenmond gestuurd, de vlam is oranje, het materiaaloppervlak heeft geen donkere en gesinterde gebieden, en er is geen grote ontbranding of materiële ineenstorting. Het materiaaloppervlak is laag en zacht en het kegellichaam is breed. De ovenlading daalde snel en het ovenkernoppervlak van de elektrische oven met grotere capaciteit zakte enigszins.
2. De stroom is relatief gebalanceerd en stabiel en kan voldoende belasting bieden.
3. Het tapwerk verliep relatief vlot. Het aftapgat is gemakkelijk te openen, het wegoog is helder, de stroomsnelheid van gesmolten ijzer is snel, de stroom daalt aanzienlijk na het openen van het aftapgat, de temperatuur van het gesmolten ijzer is hoog en de vloeibaarheid van de slak en de slakafvoeromstandigheden zijn beide goed. In de latere fase van het aftappen is de druk van het ovengas dat uit het aftapgat wordt uitgestoten niet groot en stroomt het ovengas op natuurlijke wijze over. De ijzerproductie is normaal en de samenstelling is stabiel.